Crear actividad
Jugar Test
1. 
Jongens zijn sowieso iets trager zindelijk dan meisjes?
A.
Juist
B.
Fout
2. 
Welk van de volgende stellingen zijn correct?
A.
Een kind plast tot ongeveer 10 maanden automatisch, als het een volle blaas heeft.
B.
Vanaf 12 maanden kan een kind bewuster het plassen opgang brengen of doen ophouden.
C.
Kinderen worden spontaan zindelijk overdag wanneer ze het verband begrijpen tussen het potje en de behoefte
D.
Dat kinderen ’s nachts zindelijk worden is niet afhankelijk van het blaasvolume
3. 
Aan welke van onderstaande voorwaarden moet worden voldaan bij het zindelijk worden?
A.
Het kind het zindelijkheidsmoment gebruikt om zijn willetje door te drijven.
B.
Het kind mag geen imitatiegedrag te vertonen
C.
Het kind moet kunnen voelen dat het een plasje of stoelgang moet maken.
D.
Het kind moet begrijpen dat wat in het potje terecht komt net dat is wat ouders of verzorgenden niet willen.
4. 
Welk van de volgde tips zijn foutief?
A.
Laat de luier weg als die minstens 3 nachten per week droog blijft
B.
Laat het kind na 16u niet meer drinken.
C.
Ondersteuning van het kind is zeer belangrijk, moedig het kind aan met een complimentje, een dikke duim.
D.
Haal het kind steeds uit bed om te plassen.
E.
Laat het kind plassen op een stevig potje of op een toilet met aangepaste brildiameter en met de voetjes gesteund.
5. 
De Eerste stap bij de gefaseerde aanpak is het potje met regelmaat beginnen te gebruiken.
A.
Juist
B.
Fout