Een
____________________
vangt
een
____________________
op
uit
de
omgeving
.
Daarna
zet
de
zintuigcel
het
om
in
een
____________________
.
Dit
gaat
door
____________________
naar
het
____________________
en
vervolgens
naar
de
hersenen
.
De
hersenen
en
het
____________________
samen
het
heet
____________________
zenuwstelsel
.
In
de
____________________
wordt
het
impuls
verwerkt
en
een
impuls
weer
____________________
naar
bewegingszenuwcellen
.
Die
geven
het
impuls
door
aan
de
____________________
die
zich
dan
aanspannen
of
aan
klieren
.
De
hele
dag
door
vang
je
prikkels
op
,
maar
je
bent
niet
van
alle
prikkels
____________________
.
Dit
komt
doordat
jouw
____________________
bepalen
of
een
prikkel
belangrijk
is
ja
of
nee
.
Daarom
voel
je
vaak
je
kleren
ook
niet
meer
op
je
lichaam
als
je
stil
zit
.
Als
je
een
prikkel
eerst
wel
registreerde
,
maar
nu
niet
meer
,
wordt
____________________
genoemd
.