Crear actividad
Jugar Relacionar Grupos
1. Kruisingen door Mendel in de 19de eeuw
2. Belang van Mendels wetten
3. Uniformiteitswet
4. Dominantiewet
5. Onafhankelijkheidswet
6. Splitsingswet

Later in de geschiedenis werd op basis van zijn wetten bepaald dat het overerven van eigenschappen gebeurt via de chromosomen

Er bestaan dominante en recessieve allelen

2 raszuivere ouders (P) (die slechts 1 kenmerk van elkaar verschillen)

Vaste getalverhouding van 3:1 bij dominant-recessieve overerving

Nakomelingen F2 die verschilllende genotypen hebben

Bij de vorming van gameten, draagt elke gameet slechts 1 allel voor elk gen

Law of dominance

Alle F1 nakomelingen dragen hetzelfde kenmerk als één van de ouders (P)

Terugkruisingen; F1, F2 en F3

Niet van toepassing op kwantitatieve kenmerken

Op grote schaal > statistisch relevant

Law of independent assortment

Ouders (P) zijn beiden homozygoot

Verklaren het overerven van binaire eigenschappen (bijvoorbeeld kleur, vorm, positie van de zaden...)

Reciprociteitswet

F1 nakomelingen zijn identiek

Een organisme met een dominant allel zal de eigenschap van dat allel tot expressie brengen

Verschillende kenmerken worden onafhankelijk van elkaar gescheiden tijdens de gametogenese

Compatibel met de natuurlijke selectie theorie

Kweken van erwten

Vanuit de uniforme generatie F1 nakomelingen

In de tuinen van de abdij waar hij monnik was

Verschillende kenmerken worden afzonderlijk van elkaar overgeërfd wanneer ze op verschillende chromosomen liggen

Kruisschema