Sorry
,
mevrouw
,
maar
ik
____________________
(
kunnen
)
niet
komen
.
Het
is
een
lang
verhaal
.
Ik
ben
pas
verhuisd
en
alles
zit
nog
in
dozen
en
ik
____________________
(
vinden
)
mijn
schoenen
niet
.
Na
lang
zoeken
____________________
(
vinden
)
ik
ze
.
Toen
____________________
het
alarm
van
mijn
smartphone
____________________
(
afgaan
)
.
Het
____________________
(
zijn
)
mijn
agenda
.
Ik
____________________
(
moeten
)
die
dag
nog
naar
de
tandarts
.
Gelukkig
____________________
(
zijn
)
ik
op
tijd
terug
buiten
.
Ik
____________________
(
staan
)
te
wachten
op
de
bus
om
naar
Marilu
te
gaan
.
We
____________________
(
willen
)
samen
nog
wat
oefenen
voor
het
examen
.
Toen
____________________
(
krijgen
)
ik
telefoon
van
mijn
moeder
.
Ze
____________________
(
zijn
)
boos
en
____________________
(
vragen
)
waar
ik
____________________
(
blijven
)
.
Ik
____________________
(
zijn
)
vergeten
dat
ik
naar
een
feest
____________________
(
moeten
)
.
Mijn
grootmoeder
____________________
(
worden
)
die
dag
honderd
jaar
en
er
____________________
(
zijn
)
een
groot
familiefeest
.
Omdat
ze
zo
oud
is
,
____________________
(
duren
)
het
feest
niet
heel
lang
.
Ik
____________________
(
kunnen
)
na
het
feest
nog
naar
het
examen
.
Mijn
grootmoeder
hoort
niet
goed
meer
en
daarom
____________________
(
staan
)
de
muziek
heel
luid
.
Toen
ik
na
het
feest
naar
school
____________________
(
willen
)
vertrekken
,
____________________
(
hebben
)
ik
hoofdpijn
.
Ik
____________________
(
voelen
)
me
heel
slecht
.
Ik
heb
thuis
een
pijnstiller
ingenomen
en
ben
ik
in
slaap
gevallen
.
En
daarom
____________________
(
kunnen
)
ik
dus
niet
komen
.