1
.
Mijn
zus
betaalt
elke
maand
huur
,
zij
heeft
een
____________________
.
2
.
Als
je
een
woonruimte
met
tafels
,
kasten
,
bank
,
stoelen
huurt
dan
is
het
een
____________________
woning
.
3
.
De
____________________
is
op
de
onderste
verdieping
.
4
.
Ik
heb
geen
tuin
maar
wel
een
____________________
.
5
.
Ik
heb
een
vriend
en
we
willen
graag
gaan
____________________
.
6
.
De
____________________
laat
mij
de
woning
zien
.