Crear actividad
Jugar Test
1. 
Hij bekijkt de nieuwe Spielberg.
A.
maker voor het gemaakte
B.
voorwerp voor gebruiker
C.
plaats voor instantie
D.
plaats van herkomst voor product
2. 
Tank de auto maar vol!
A.
maker voor het gemaakte
B.
voorwerp voor gebruiker
C.
plaats voor instantie
D.
deel voor geheel/ geheel voor deel
3. 
Wil je een bordeaux bij je maaltijd?
A.
maker voor het gemaakte
B.
plaats van herkomst voor product
C.
voorwerp voor gebruiker
D.
verpakking voor inhoud
4. 
Hij werd door een mes bedreigd.
A.
maker voor het gemaakte
B.
plaats van herkomst voor product
C.
voorwerp voor gebruiker
D.
deel voor geheel/ geheel voor deel
5. 
Voor we vertrekken moeten we even de koppen tellen, zodat we niemand vergeten.
A.
maker voor het gemaakte
B.
voorwerp voor gebruiker
C.
deel voor geheel/ geheel voor deel
D.
plaats van herkomst voor product