Crear actividad
Jugar Completar texto
Binnen de korte koolstofkringloop vormt het gas CO2 ( ____________________ ) het uitgangspunt . Dit is het voornaamste koolstofhoudende gas in de atmosfeer .

Koolstoffixatie
Planten en algen hebben de mogelijkheid om CO2 uit de atmosfeer in te vangen en om te zetten in energie . Dit wordt ook wel het fixeren van koolstof genoemd . Planten zijn hiermee ____________________ , ofwel ____________________ organismen die organische stoffen te produceren die de basis vormen van een ecosysteem . Dit omzetten van CO2 naar organisch materiaal gebeurt door middel van ____________________ . Onder invloed van ____________________ kunnen planten CO2 omzetten in ____________________ ( C6H12O6 ) , wat ook weer een koolstofverbinding is . Dit noemt men assimilatie . Ook sommige micro - organismen , de zogenaamde foto - autotrofe bacteriën , maken gebruik van fotosynthese .

Echter hebben ook producenten niet het eeuwige leven . Wanneer een plant zijn bladeren laat vallen , of zelfs in zijn geheel afsterft , komen de organische stoffen weer terug in de natuur terecht .

Consumenten
Consumenten , de zogenaamde ____________________ organismen , zijn afhankelijk van producenten van organische koolstofverbindingen . Consumenten van de eerste trofische orde leven uitsluitend van planten : door het eten van deze planten krijgen zij koolstof in organische vorm binnen . Voorbeelden van consumenten van het eerste trofische niveau zijn grazers zoals ____________________ en schapen .
De koolstofverbindingen worden door het lichaam van het dier gebruikt en omgezet in bijvoorbeeld koolhydraten en eiwitten . Dit heet voortgezette assimilatie . Bij de ____________________ van deze verbindingen komt CO2 vrij , dat door het dier wordt uitgeademd en op die manier weer in de atmosfeer terecht komt . Een deel van de organische stoffen komt weer in de natuur terecht doormiddel organisch afval , vaak in de vorm van uitwerpselen . Dit gebeurt ook wanneer het dier ____________________ .

Uiteraard zijn er ook dieren die andere dieren eten . We spreken dan van consumenten van hogere trofische ordes . Ook deze dieren stoten uiteraard koolstof uit bij verbranding , met hun uitwerpselen en wanneer ze sterven .

Reducenten
Reducenten zijn organismen die een functie hebben die eigenlijk het tegenovergestelde is van de functie van producenten . In plaats van het omzetten van koolstof uit de atmosfeer in organische verbindingen , breken reducenten juist organische verbindingen af zodat er weer ____________________ stoffen ontstaan . Dit proces wordt dissimilatie genoemd . Dissimilatie gebeurt door middel van micro - organismen , zoals bacteriën en ____________________ .

Dissimilatie kan op twee manieren gebeuren : aeroob en anaeroob . Bij de eerstgenoemde manier is er sprake van organismen die zuurstof nodig hebben ; bij deze vorm van dissimilatie komt ook weer CO2 vrij , dat in de atmosfeer terecht komt . Bij anaerobe dissimilatie worden organische afvalproducten uitgescheiden , die door middel van aerobe dissimilatie door andere organismen verder afgebroken worden .