Crear actividad
Jugar Test
1. 
Schaafwonde
A.
Infectie door aanwezigheid micro-organismen door contact met geïnfecteerd voorwerp
B.
Infectie door massale besmetting met micro-organismen van de bek van het dier/ mond van de mens
C.
Infectie en/of Tetanusinfectie door aanwezigheid vuil, aarde, roest
D.
Infectie door aanwezigheid gekneusd, niet-vitaal weefsel dat een voedingsbodem vormt voor micro-organismen
E.
Beschadiging onderliggende structuren: pezen, zenuwen, bloedvaten (inwendige bloeding!), organen
F.
Hondsdolheid of vergiftiging door toxines bijv. bij slangenbeet
2. 
Snijwonde
A.
Infectie door aanwezigheid micro-organismen door contact met geïnfecteerd voorwerp
B.
Infectie door massale besmetting met micro-organismen van de bek van het dier/ mond van de mens
C.
Infectie en/of Tetanusinfectie door aanwezigheid vuil, aarde, roest
D.
Infectie door aanwezigheid gekneusd, niet-vitaal weefsel dat een voedingsbodem vormt voor micro-organismen
E.
Beschadiging onderliggende structuren: pezen, zenuwen, bloedvaten (inwendige bloeding!), organen
F.
Hondsdolheid of vergiftiging door toxines bijv. bij slangenbeet
3. 
Steekwonde
A.
Infectie door aanwezigheid micro-organismen door contact met geïnfecteerd voorwerp
B.
Infectie door massale besmetting met micro-organismen van de bek van het dier/ mond van de mens
C.
Infectie en/of Tetanusinfectie door aanwezigheid vuil, aarde, roest
D.
Infectie door aanwezigheid gekneusd, niet-vitaal weefsel dat een voedingsbodem vormt voor micro-organismen
E.
Beschadiging onderliggende structuren: pezen, zenuwen, bloedvaten (inwendige bloeding!), organen
F.
Hondsdolheid of vergiftiging door toxines bijv. bij slangenbeet
4. 
Scheurwonde
A.
Infectie door aanwezigheid micro-organismen door contact met geïnfecteerd voorwerp
B.
Infectie door massale besmetting met micro-organismen van de bek van het dier/ mond van de mens
C.
Infectie en/of Tetanusinfectie door aanwezigheid vuil, aarde, roest
D.
Infectie door aanwezigheid gekneusd, niet-vitaal weefsel dat een voedingsbodem vormt voor micro-organismen
E.
Beschadiging onderliggende structuren: pezen, zenuwen, bloedvaten (inwendige bloeding!), organen
F.
Hondsdolheid of vergiftiging door toxines bijv. bij slangenbeet
5. 
Kneuswonde
A.
Infectie door aanwezigheid micro-organismen door contact met geïnfecteerd voorwerp
B.
Infectie door massale besmetting met micro-organismen van de bek van het dier/ mond van de mens
C.
Infectie en/of Tetanusinfectie door aanwezigheid vuil, aarde, roest
D.
Infectie door aanwezigheid gekneusd, niet-vitaal weefsel dat een voedingsbodem vormt voor micro-organismen
E.
Beschadiging onderliggende structuren: pezen, zenuwen, bloedvaten (inwendige bloeding!), organen
F.
Hondsdolheid of vergiftiging door toxines bijv. bij slangenbeet
6. 
Bijtwonde
A.
Infectie door aanwezigheid micro-organismen door contact met geïnfecteerd voorwerp
B.
Infectie door massale besmetting met micro-organismen van de bek van het dier/ mond van de mens
C.
Infectie en/of Tetanusinfectie door aanwezigheid vuil, aarde, roest
D.
Infectie door aanwezigheid gekneusd, niet-vitaal weefsel dat een voedingsbodem vormt voor micro-organismen
E.
Beschadiging onderliggende structuren: pezen, zenuwen, bloedvaten (inwendige bloeding!), organen
F.
Hondsdolheid of vergiftiging door toxines bijv. bij slangenbeet
7. 
Schotwonde
A.
Infectie door aanwezigheid micro-organismen door contact met geïnfecteerd voorwerp
B.
Infectie door massale besmetting met micro-organismen van de bek van het dier/ mond van de mens
C.
Infectie en/of Tetanusinfectie door aanwezigheid vuil, aarde, roest
D.
Infectie door aanwezigheid gekneusd, niet-vitaal weefsel dat een voedingsbodem vormt voor micro-organismen
E.
Beschadiging onderliggende structuren: pezen, zenuwen, bloedvaten (inwendige bloeding!), organen
F.
Hondsdolheid of vergiftiging door toxines bijv. bij slangenbeet