Crear actividad
Jugar Test
1. 
Wat betekent het woord hygiëne?
A.
het huis netjes houden
B.
je wassen
C.
alles wat er voor zorgt dat bacteriën geen kans krijgen om je ziek te maken.
2. 
Hoe moet je je wassen?
A.
van boven naar onder
B.
eerst je geslachtsdelen en dan de rest
C.
eerst je gezicht, dan je lichaam en daarna je geslachtsdelen
3. 
Hoe was je je gezicht?
A.
met water
B.
met water en zeep
C.
zo weinig mogelijk
4. 
Haren kammen...
A.
is niet nodig als je kort haar hebt
B.
doe je alleen als je gedoucht hebt
C.
doe je elke ochtend
5. 
Tanden poetsen...
A.
doe je enkel 's ochtends
B.
doe je enkel 's avonds
C.
doe je iedere ochtend en avond
D.
doe je na elke maaltijd
6. 
Wat is de meest hygiënische manier om je handen af te drogen in een openbaar toilet?
A.
Elektrische handendroger
B.
Papier
C.
Gewoon zo laten drogen
7. 
Overdreven hygiëne kan leiden tot urineweginfecties?
A.
Ja
B.
Nee
8. 
Hoe worden infecties het meest overgedragen?
A.
Via de handen
B.
Via de lucht
C.
Via de voeding
9. 
Je sokken verander je...
A.
als ze ruiken
B.
na je bad of douche
C.
elke ochtend
10. 
Je handen was je na elk toiletbezoek.
A.
Natuurlijk
B.
Enkel jongens moeten dit doen
C.
Waarom zou je dat doen?