Crear actividad
Jugar Test
1. 
Welke uitspraak rond astma is juist?
A.
Het verstikkende gevoel tijdens een astma-aanval ontstaat enkel door overmatige slijmproductie.
B.
Naast slijmproductie is ook de samentrekking van de spieren in de luchtwegen een belangrijk mechanisme tijdens een astma-aanval.
C.
De slijmproductie in de longen is niet belangrijk. Vooral de samentrekking van de spieren zorgt voor een benauwd gevoel.
2. 
Welke klachten ervaart een patiënt tijdens een astma-aanval?
A.
Hoesten, piepende ademhaling en niezen
B.
Piepende ademhaling, kortademigheid en benauwdheid
C.
kortademigheid, benauwdheid, niezen en hoesten
D.
Piepende ademhaling, benauwdheid, hoesten en kortademigheid
3. 
Welke uitspraak is NIET correct in verband met astma
A.
Astma is een chronische vernauwing van de luchtwegen
B.
De aanvallen worden afgewisseld met klachtenvrije perioden.
C.
Astma kan verergeren bij inspanning.
D.
Tijdens een astma-aanval gaat er een verhoogde slijmproductie zijn in de alveolen en gaan deze samentrekken.
4. 
Wat is typerend voor allergische astma?
A.
Elke astma-patiënt heeft wel eens last van een allergische astma-aanval.
B.
Het wordt veroorzaakt door allergenen.
C.
Het wordt veroorzaakt door rook of parfum.
5. 
Welke uitspraak rond aspecifieke hyperreactiviteit is juist?
A.
Het wordt uitgelokt door allergenen die de longen gaan irriteren.
B.
Koude lucht en mist zijn uitlokkende factoren.
C.
Patiënten hebben last van ofwel allergische astma of van aspecifieke hyperreactiviteit.