De
Europese
____________________
begon
in
de
____________________
.
In
armere
gebieden
is
meer
____________________
landbouw
,
terwijl
in
rijkere
gebieden
meer
____________________
landbouw
is
.
De
____________________
in
de
landbouw
neemt
sterk
af
,
vooral
in
de
rijkere
gebieden
.
De
belangrijkste
____________________
voor
bedrijven
zijn
:
de
aanwezigheid
van
____________________
of
energiebronnen
,
diep
____________________
,
een
goede
____________________
,
een
grote
afzetmarkt
,
een
goede
arbeidsmarkt
en
de
aanwezigheid
van
andere
bedrijven
.
Als
je
naar
de
____________________
kijkt
,
kun
je
de
EU
indelen
in
:
1
kerngebied
:
vooral
industrie
en
diensten
.
Binnen
het
____________________
liggen
:
oude
kerngebieden
bij
de
vindplaats
van
grondstoffen
en
energiebronnen
.
Nieuwe
kerngebieden
met
gustige
vestigingsplaatsvoordelen
bij
grote
steden
.
2
overgangszone
3
____________________
:
weinig
of
geen
____________________
,
ongunstig
voor
vestiging
van
bedrijven
.
Het
regionaal
beleid
moet
ongelijkheid
tussen
gebieden
____________________
.