Crear actividad
Ico create Educaplay Crear actividad
Todas las actividades
Jugar Test
1. 
Hoe moet ik het vermogen van mijn transformator bepalen bij het gebruiken van halogeenlampen op zeer lage veiligheidspanning?
A.
Het vermogen van de transformator moet gelijk zijn aan die van de halogeenlamp(en).
B.
Het vermogen van de transformator moet groter zijn aan die van de halogeenlamp(en).
C.
Het vermogen van de transformator moet kleiner zijn aan die van de halogeenlamp(en).
2. 
Hoe moet de transformator opgesteld zijn in een stroomkring met halogeenverlichting?
A.
De transformator moet zwevend opgesteld worden voor betere warmteafgifte.
B.
De transformator moet stevig bevestigt worden zodat de levensduur wordt vergroot.
C.
De transformator moet niet bereikbaar zijn na de installatie zodat onbevoegde personen er niet aan kunnen komen.
D.
De transformator moet bereikbaar blijven zodat we die kunnen vervangen als het stuk gaat.
3. 
Wat zijn de voordelen van een elektronische transformator tegenover een klassieke transformator?
A.
De elektronische transformator is compacter.
B.
De elektronische transformator is goedkoper.
C.
De elektronische transformator geeft minder warmte af.
4. 
Wat kan je best voorzien indien je halogeenverlichting (spots) toepast in valse plafond?
A.
Voorzie ventilatie door gebruik te maken van rooster.
B.
Voorzie ventilatie door gebruik te maken van een ventilator.
C.
Voozie extra kabel lengte tussen transformator en halogeenverlichting.
5. 
Wat is de beste opstelling bij het gebruiken van transformator bij halogeenlampen op zeer lage veiligheidspanning?
A.
De transformator moest steeds bereikbaar zijn.
B.
Gebruik best 1 transformator voor een groep van halogeenlamp met dezelfde vermogen.
C.
Voorzie best 2 transformators per lamp.
D.
Voorzie best 1 transformator per lamp.