Crear actividad
Jugar Test
1. 
Als je van bovenuit naar de aarde kijkt, dan zie je een grote, witte vlek. Dat is ...
A.
Water
B.
Sneeuw
C.
Ijs
2. 
Op de Noordpool is het zo koud, dat ...
A.
je er niet kan leven.
B.
het water altijd bevroren is.
C.
er zelfs geen dieren leven.
3. 
Waar wonen de Inuit?
A.
Op het ijsgebied van de Noordpool.
B.
Op het land, rondom het ijsgebied van de Noordpool.
C.
Zij wonen niet op de Noordpool, want het is er te koud.
4. 
De ijsbeer kan goed tegen de kou op de Noordpool. Hoe komt dit? (2)
A.
Hij heeft een dikke laag vet.
B.
Hij heeft lange klauwen.
C.
Hij heeft een dikke pels.
D.
Hij slaapt onder een warm deken.
5. 
Een ijsbeer jaagt op ...
A.
pinguïns.
B.
zeehonden.
C.
katten.
6. 
De grootste vijand van de ijsbeer is ...
A.
de pinguïn.
B.
de alk.
C.
de mens.
D.
de zeehond.
7. 
Hoe noemt het dier dat goed lijkt op de pinguïn?
A.
de alk
B.
de balk
C.
de valk
D.
de kalk.
8. 
Waarvoor dient een iglo?
A.
Om dieren in te lokken.
B.
Om in te wonen.
C.
Om in te slapen tijdens de jacht.