1
verbinding tussen de hoofdaardingsklem en het verdeelbord
2
weerstand van de aarding
3
het verbindingspunt tussen het ondergrondse en bovengrondse aardingsgedeelte
4
heeft een diepte van minimum 60 cm
5
• verbindt de bijkomende aardelektrode en hoofdaardingsklem met de aardingsonderbreker
6
aardelektrode in de vorm van een lus