1
klassieke muziek
2
hoofdpersoon
3
nabije toekomst
4
specialiteit
5
sprookje
6
zich afspelen
7
schitterend, geweldig
8
schijnwerper
9
heelal
10
terugdraaien
11
gedachte
12
huidige
13
mening
14
inhouden (wat ergens allemaal bij komt kijken)
15
regisseren
16
tovenaar
17
verschijnen
18
jurk
19
stro
20
minst
21
afdekken
22
magie; toverkracht
23
slecht
24
bleek
25
team
26
regeren
27
toneelstuk
28
plaats
29
schieten; maken
30
meid