2.
Marie verloor zes maanden geleden haar echtgenoot. Sindsdien komt ze niet meer buiten. Ook eet mevrouw niet meer volgens haar dochter. Marie wordt opgenomen in kader van algemene achteruitgang. Volgens de dochter leek mevrouw minder aandachtig thuis (blouse boven andere kledij doen, drie filters in de koffiemachine,...) Marie maakt een vermoeide indruk in het ziekenhuis. Ze reageert alert, maar kan niet altijd antwoorden op vragen. Meestal zegt ze 'Ik weet het niet'. Over welk beeld spreken we in deze casus?