Crear actividad
Jugar Completar frases
Ik ____________________ gisteren mijn linkerhand aan de hete soepkom . ( verbranden )
____________________ je broer morgen al 11 jaar ? ( worden )
Onze buren ____________________ vorig jaar een caravan en een boot . ( kopen )
Er ____________________ vorig weekeinde een tragisch ongeval in onze straat . ( gebeuren )
Gisteren ____________________ onze auto niet door de vrieskou . ( starten )
De kinderen ____________________ gisteren toen we een uur moesten wachten . ( zuchten )
De jongens ____________________ hun spullen bijeen en renden zo snel ze konden . ( zoeken )
Jullie ____________________ altijd te laat ! ( komen )