Crear actividad
Jugar Test
1. 
Beschouw een rechte met m=-3/2. Wat kan je zeggen over het verloop van deze rechte?
A.
Deze rechte is stijgend.
B.
Deze rechte is dalend.
C.
Deze rechte heeft een constant verloop.
2. 
Beschouw een rechte met vergelijking y=3x+2/5. Welke uitspraak is correct?
A.
Deze rechte snijdt de y-as in 3.
B.
Deze rechte snijdt de x-as in 3.
C.
Deze rechte snijdt de y-as in 2/5.
D.
Deze rechte snijdt de x-as in 2/5.
3. 
Beschouw een rechte met vergelijking x=3. Welke uitspraak is correct?
A.
Deze rechte is stijgend.
B.
Deze rechte is dalend.
C.
Deze rechte is evenwijdig met de y-as.
D.
Deze rechte is evenwijdig met de x-as.
4. 
Beschouw twee punten (1,-1) en (3,4). Bereken de richtingscoëfficiënt van de rechte door deze punten.
A.
m=(3−1)/(4−(−1))=2/5
B.
m=(4−(−1))/(3−1)=5/2
C.
m=(4−1)/(3−(−1))=3/4
5. 
Beschouw een rechte met vergelijking y=-2x+5. Welke uitspraak is correct?
A.
m=-2
B.
m=0
C.
m=5