1
Hier leer je dansen
2
Vrouwen dragen het op hun hoofd
3
Hier maken ze bijvoorbeeld chocolade, papier, cola,...
4
Je schrijft er je afspraakjes op
5
Dit zijn jullie niet altijd
6
Huis voor rijke mensen
7
Auto's, bussen, kinderen,... maken het wel eens
8
Dat meisje heeft dat wel en ik niet. Ik ben .......
9
Bloemen, blaadjes, bomen, dieren,..... Ik hou van de ..........
10
Ik weet jou niet wonen. Wat is jouw ......?
11
Je hebt het nodig om een toets te kunnen maken
12
Begint in maart
13
Mijn telefoon is gevallen en nu is hij......?
14
Ik heb een mama, broer en zus. Wie ontbreekt er in dit rijtje?