Crear juego
Crear juego
Todos los juegos
Jugar Test
1. 
Wat is de totale weerstand van twee weerstanden van 100 ohm in serie geschakeld?
A.
300 ohm
B.
50 ohm
C.
200 ohm
D.
150 ohm
2. 
Wat is de totale weerstand van drie weerstanden van 50 ohm in parallel geschakeld?
A.
200 ohm
B.
16.67 ohm
C.
150 ohm
D.
100 ohm
3. 
Hoe verandert de totale weerstand wanneer weerstanden in serie worden geschakeld?
A.
Varieert
B.
Neemt toe
C.
Blijft hetzelfde
D.
Neemt af
4. 
Wat is de totale weerstand van twee weerstanden van 150 ohm in parallel geschakeld?
A.
75 ohm
B.
100 ohm
C.
50 ohm
D.
200 ohm
5. 
Wat gebeurt er met de totale weerstand wanneer weerstanden in parallel worden geschakeld?
A.
Neemt toe
B.
Varieert
C.
Neemt af
D.
Blijft hetzelfde
6. 
Wat is de totale weerstand van vier weerstanden van 25 ohm in serie geschakeld?
A.
125 ohm
B.
75 ohm
C.
50 ohm
D.
100 ohm
7. 
Hoe wordt de totale weerstand berekend van twee weerstanden in serie?
A.
Vermenigvuldigen
B.
Optellen
C.
Delen
D.
Aftrekken
8. 
Wat is de totale weerstand van drie weerstanden van 30 ohm in serie geschakeld?
A.
90 ohm
B.
150 ohm
C.
120 ohm
D.
60 ohm
9. 
Wat is de totale weerstand van twee weerstanden van 100 Ohm en 200 Ohm in serie geschakeld?
A.
350 Ohm
B.
250 Ohm
C.
300 Ohm
D.
150 Ohm
10. 
Hoeveel bedraagt de totale weerstand van twee weerstanden van 300 Ohm en 400 Ohm in parallel geschakeld?
A.
171 Ohm
B.
350 Ohm
C.
450 Ohm
D.
250 Ohm
11. 
Wat is de totale weerstand van drie weerstanden van 50 Ohm, 100 Ohm en 150 Ohm in serie geschakeld?
A.
300 Ohm
B.
200 Ohm
C.
400 Ohm
D.
500 Ohm
12. 
Wat is de totale weerstand van drie weerstanden van 200 Ohm, 300 Ohm en 400 Ohm in parallel geschakeld?
A.
200 Ohm
B.
150 Ohm
C.
92 Ohm
D.
250 Ohm
13. 
Welke van de volgende waarden is een weerstand van 120 Ohm?
A.
200 Ohm
B.
150 Ohm
C.
120 Ohm
D.
100 Ohm
14. 
Wat is de totale weerstand van twee weerstanden van 4 Ohm en 6 Ohm in serie geschakeld?
A.
5 Ohm
B.
2 Ohm
C.
24 Ohm
D.
10 Ohm
15. 
Hoeveel bedraagt de totale weerstand van drie weerstanden van 8 Ohm in parallel geschakeld?
A.
2.67 Ohm
B.
24 Ohm
C.
1.5 Ohm
D.
6 Ohm
16. 
Wat is de totale weerstand van een 10 Ohm en een 15 Ohm weerstand in parallel geschakeld?
A.
25 Ohm
B.
6 Ohm
C.
12 Ohm
D.
5 Ohm
17. 
Hoeveel is de totale weerstand van twee 3 Ohm weerstanden in serie?
A.
5 Ohm
B.
6 Ohm
C.
1 Ohm
D.
9 Ohm
18. 
Wat is de totale weerstand van drie 2 Ohm weerstanden in serie geschakeld?
A.
2 Ohm
B.
6 Ohm
C.
8 Ohm
D.
4 Ohm
19. 
Wat is de totale weerstand van twee weerstanden van 4 Ohm en 6 Ohm in parallel?
A.
5 Ohm
B.
10 Ohm
C.
2,4 Ohm
D.
8 Ohm
20. 
Als twee weerstanden van 3 Ohm en 5 Ohm parallel staan, wat is dan de totale weerstand?
A.
1,875 Ohm
B.
2 Ohm
C.
15 Ohm
D.
8 Ohm
21. 
Bereken de totale weerstand van 2 Ohm en 8 Ohm in parallel.
A.
6 Ohm
B.
1,6 Ohm
C.
10 Ohm
D.
4 Ohm
22. 
Wat is de totale weerstand van 5 Ohm en 10 Ohm in parallel?
A.
15 Ohm
B.
3,33 Ohm
C.
12 Ohm
D.
7 Ohm
23. 
Als twee weerstanden van 6 Ohm en 9 Ohm parallel staan, wat is dan de totale weerstand?
A.
3,6 Ohm
B.
5 Ohm
C.
15 Ohm
D.
10 Ohm
24. 
Wat is de totale weerstand van twee weerstanden van 4 Ohm en 6 Ohm in parallel?
A.
0,67 Ohm
B.
10 Ohm
C.
2,4 Ohm
D.
5 Ohm
25. 
Welke waarde van weerstand is gelijk aan de totale weerstand van 2 Ohm en 3 Ohm in parallel?
A.
6 Ohm
B.
1,2 Ohm
C.
5 Ohm
D.
0,4 Ohm
26. 
Bereken de totale weerstand van 8 Ohm en 12 Ohm in parallel.
A.
4,8 Ohm
B.
10 Ohm
C.
20 Ohm
D.
0,4 Ohm
27. 
Wat is de waarde van de totale weerstand van 5 Ohm en 10 Ohm in parallel?
A.
0,5 Ohm
B.
7,5 Ohm
C.
15 Ohm
D.
3,33 Ohm
28. 
Hoeveel is de totale weerstand van 3 Ohm en 9 Ohm in parallel?
A.
12 Ohm
B.
0,33 Ohm
C.
6 Ohm
D.
2,25 Ohm
29. 
Wat is de totale weerstand van twee weerstanden van 4 ohm en 6 ohm in parallel?
A.
3 ohm
B.
2,4 ohm
C.
8 ohm
D.
10 ohm
30. 
Als twee weerstanden van 3 ohm en 5 ohm parallel staan, wat is dan de totale weerstand?
A.
1,875 ohm
B.
15 ohm
C.
2 ohm
D.
8 ohm
31. 
Bij parallelle weerstanden van 2 ohm en 8 ohm, wat is de totale weerstand?
A.
6 ohm
B.
10 ohm
C.
1,6 ohm
D.
4 ohm
32. 
Wat is de totale weerstand van 5 ohm en 10 ohm in parallel?
A.
2 ohm
B.
7 ohm
C.
3,333 ohm
D.
15 ohm
33. 
Als twee weerstanden van 6 ohm en 9 ohm parallel staan, wat is dan de totale weerstand?
A.
2 ohm
B.
5 ohm
C.
15 ohm
D.
3,6 ohm
34. 
Wat is de vervangingsweerstand van twee weerstanden van 4 Ohm en 6 Ohm in serie?
A.
2 Ohm
B.
5 Ohm
C.
24 Ohm
D.
10 Ohm
35. 
Wat is de vervangingsweerstand van twee weerstanden van 8 Ohm en 12 Ohm in parallel?
A.
2 Ohm
B.
4.8 Ohm
C.
20 Ohm
D.
6 Ohm
36. 
Hoeveel Ohm is de vervangingsweerstand van drie weerstanden van 3 Ohm, 6 Ohm en 9 Ohm in serie?
A.
18 Ohm
B.
12 Ohm
C.
27 Ohm
D.
4 Ohm
37. 
Wat is de vervangingsweerstand van vier weerstanden van 2 Ohm, 4 Ohm, 6 Ohm en 8 Ohm in parallel?
A.
0.8 Ohm
B.
1 Ohm
C.
4 Ohm
D.
20 Ohm
38. 
Bij een serie schakeling geldt dat de vervangingsweerstand...
A.
gelijk is aan de som van de individuele weerstanden
B.
niet te berekenen is
C.
altijd groter is dan de grootste individuele weerstand
D.
altijd kleiner is dan de kleinste individuele weerstand
39. 
Bij een parallelle schakeling geldt dat de vervangingsweerstand...
A.
niet te berekenen is
B.
gelijk is aan de som van de individuele weerstanden
C.
altijd groter is dan de grootste individuele weerstand
D.
kleiner is dan de kleinste individuele weerstand
40. 
Wat is de vervangingsweerstand van twee weerstanden van 5 Ohm en 10 Ohm in serie?
A.
15 Ohm
B.
3 Ohm
C.
7.5 Ohm
D.
50 Ohm
41. 
Wat is de vervangingsweerstand van drie weerstanden van 2 Ohm, 4 Ohm en 8 Ohm in parallel?
A.
4 Ohm
B.
0.8 Ohm
C.
14 Ohm
D.
1 Ohm
42. 
Hoeveel Ohm is de vervangingsweerstand van vier weerstanden van 3 Ohm, 6 Ohm, 9 Ohm en 12 Ohm in serie?
A.
45 Ohm
B.
10 Ohm
C.
30 Ohm
D.
18 Ohm
43. 
Wat is de vervangingsweerstand van vier weerstanden van 2 Ohm, 4 Ohm, 6 Ohm en 8 Ohm in serie?
A.
10 Ohm
B.
20 Ohm
C.
4 Ohm
D.
0.5 Ohm
44. 
Wat is de vervangingsweerstand van twee weerstanden van 4 ohm en 6 ohm in serie?
A.
12 ohm
B.
8 ohm
C.
10 ohm
D.
14 ohm
45. 
Hoe bereken je de vervangingsweerstand van drie weerstanden van 2 ohm, 3 ohm en 5 ohm in parallel?
A.
3.5 ohm
B.
2.5 ohm
C.
1.5 ohm
D.
0.8 ohm
46. 
In welke schakeling staan de weerstanden als de vervangingsweerstand gelijk is aan de som van de individuele weerstanden?
A.
Parallel
B.
Geen van beide
C.
Serie-parallel
D.
Serie
47. 
Wat is de vervangingsweerstand van vier weerstanden van 3 ohm, 4 ohm, 5 ohm en 6 ohm in parallel?
A.
3.5 ohm
B.
1.2 ohm
C.
2.5 ohm
D.
4.5 ohm
48. 
Hoeveel weerstanden zijn er nodig om een parallelle schakeling te vormen?
A.
Minimaal twee
B.
Eén
C.
Vier
D.
Drie
49. 
Wat is de vervangingsweerstand van twee weerstanden van 8 ohm en 12 ohm in parallel?
A.
8 ohm
B.
6 ohm
C.
4.8 ohm
D.
10 ohm
50. 
Wat gebeurt er met de totale weerstand van een serie schakeling als je een weerstand toevoegt?
A.
Het hangt af van de weerstandswaarde
B.
De totale weerstand neemt af
C.
De totale weerstand neemt toe
D.
De totale weerstand blijft gelijk
51. 
Wat is de vervangingsweerstand van drie weerstanden van 6 ohm, 8 ohm en 10 ohm in serie?
A.
24 ohm
B.
20 ohm
C.
22 ohm
D.
18 ohm