Crear actividad
Jugar Test
1. 
Er werden op deze school in totaal 121 zakjes paaseieren verkocht. Een zakje paaseitjes kost 4 euro. Hoeveel geld heeft dit opgebracht voor de school?
A.
480 euro
B.
448 euro
C.
484 euro
2. 
Jef verzamelt strips. Hij heeft er ondertussen al 178. Zijn vriend, Jan, heeft er 2 x zo veel. Hoeveel strips heeft Jan?
A.
356
B.
180
C.
89
3. 
Rita heeft een bloemenwinkel en heeft bij sluitingstijd 340 euro in haar kassa zitten. Dat is de helft van gisteren. Hoeveel geld zat er gisteren in de kassa?
A.
170 euro
B.
680 euro
C.
342 euro
4. 
In de muziekschool zitten in totaal 26 meisjes en 18 jongens. Hoeveel kinderen zijn dat in totaal?
A.
44
B.
40
C.
42
5. 
De kippen legden deze maand 700 eieren. 648 eieren werden verkocht. Hoeveel eieren zijn er nog over?
A.
62
B.
52
C.
2
6. 
Binnen 9 weken krijgt Bella de koe een kalfje. Hoeveel dagen zijn dat?
A.
70
B.
61
C.
63
7. 
Vier kinderen verdelen 100 knikkers eerlijk onder elkaar. Hoeveel knikkers krijgt ieder kind?
A.
25
B.
20
C.
40
8. 
Jules leest een boek met 248 bladzijden. Hij heeft er al 198 gelezen. Hoeveel moet hij er nog lezen vooraleer het boek uit is?
A.
50
B.
48
C.
52