Crear juego
Jugar Ordenar Palabras
1. Hoe vind je deze blauwe spijkerbroek? =
tu jean ce Comment bleu trouves?
2. Welke maat heb je? =
taille quelle fais Tu?
3. Dat is niet duur. =
n'est cher pas Ce.
4. Ik zoek een cadeau voor Lucas. =
cherche cadeau pour un Je Lucas.
5. Zij draagt een mooie jurk. =
Elle une belle robe porte.
6. Wij dragen groene gympen. =
baskets portons Nous des vertes.
7. Gaan we dit weekend naar de stad? =
ville weekend On ce, va en?
8. Ik wil graag een nieuwe trui kopen. =
acheter voudrais un nouveau Je pull.
9. De schoenen zijn geel en lelijk. =
et Les sont chaussures moches jaunes.
10. Het is binnenkort zijn verjaardag. =
C'est son bientôt anniversaire.