Hoe noem je het begrip wat ervoor zorg dat je in je stoel gedrukt wordt als een achtbaan afgeschoten wordt?
2.
Hoe noem je het begrip dat je van je stoel valt als een bus plotseling remt?
3.
Welke eenheid hoort bij het begrip arbeid?
4.
Met wat voor apparaat kun je foto's maken van een beweging?
5.
Een werknemer tilt een doos van 20 kg op een hoogte van 1,5 meter. Hoeveel arbeid heeft hij verricht?
6.
Een machine oefent een kracht van 500 N uit over een afstand van 10 meter. Hoeveel arbeid heeft de machine verricht?
7.
Een persoon duwt een auto met een kracht van 200 N over een afstand van 20 meter. Hoeveel arbeid heeft de persoon verricht?
8.
Een katrol wordt gebruikt om een gewicht van 1000 N een hoogte van 5 meter op te tillen. Hoeveel arbeid wordt er verricht?
9.
Een hijskraan heft een lading van 500 kg op een hoogte van 15 meter. Hoeveel arbeid verricht de hijskraan?
10.
Een kind duwt een kruiwagen met een kracht van 50 N over een afstand van 8 meter. Hoeveel arbeid heeft het kind verricht?
11.
Een veerkrachtige bal wordt samengedrukt door een kracht van 100 N over een afstand van 0,2 meter. Hoeveel arbeid wordt er verricht?
12.
Een elektrische takel trekt een lading van 300 kg omhoog met een snelheid van 2 m/s. Hoeveel arbeid verricht de takel in 10 seconden?
13.
Een sleepboot trekt een schip met een kracht van 5000 N over een afstand van 100 meter. Hoeveel arbeid verricht de sleepboot?
14.
Een katapult lanceert een projectiel met een kracht van 1000 N over een afstand van 50 meter. Hoeveel arbeid wordt er verricht?
15.
Piet rijdt in zijn auto en versnelt gelijkmatig van 0 m/s naar 20 m/s in 5 seconden. Wat is zijn versnelling?
16.
Een projectiel wordt afgeschoten met een snelheid van 30 m/s. Na 2 seconden heeft het een snelheid van 50 m/s. Wat is de versnelling?
A.
10 m/s^2
B.
10m/s^2
C.
10 m/s²
D.
10m/s²
17.
Een trein remt af van 30 m/s tot stilstand in 10 seconden. Wat is de vertraging van de trein?
18.
Een raceauto versnelt van 0 m/s tot 100 m/s in 10 seconden. Wat is de versnelling?
19.
Lisa fietst met een snelheid van 8 m/s en vertraagt met een constante snelheid tot ze stilstaat in 4 seconden. Wat is haar vertraging?
20.
Een rollercoaster gaat van stilstand naar 25 m/s in 5 seconden. Wat is de versnelling van de rollercoaster?
21.
Een appel valt van een boom en versnelt met 9.8 m/s². Hoe lang duurt het voordat de snelheid van de appel 19.6 m/s is?
22.
Een auto remt af van 25 m/s tot stilstand in 5 seconden. Wat is de vertraging van de auto?
23.
Een auto rijdt met een constante snelheid van 80 km/u. Hoe ver zal deze auto reizen in 2.5 uur?
24.
Sarah jogt met een snelheid van 6 km/u. Hoe lang duurt het voordat ze 12 km heeft afgelegd?
25.
Een trein legt een afstand van 450 km af met een snelheid van 25 m/s. Hoe lang duurt de reis?
26.
Mark fietst met een snelheid van 15 km/u naar school. Als zijn school 6 km ver is, hoe lang doet hij er dan over in minuten?
27.
Lisa zwemt in een zwembad van 50 meter lang met een snelheid van 2 m/s. Hoe lang doet ze erover om van de ene naar de andere kant te zwemmen?
28.
Een auto rijdt met een snelheid van 30 m/s en remt gelijkmatig af tot stilstand in 5 seconden. Hoe verplaatst de auto zich tijdens het remmen?
29.
Jan rijdt met een constante versnelling van 2 m/s². Als hij na 5 seconden begint met versnellen vanuit stilstand, wat is dan zijn snelheid na 3 seconden?
30.
Een auto vertraagt met een versnelling van -3 m/s². Als de auto aanvankelijk een snelheid had van 20 m/s, hoe lang duurt het voordat hij tot stilstand komt?
A.
6,7 seconde
B.
6,67 s
C.
6,67 seconde
D.
6,7 seconde
31.
Een vrachtwagen rijdt met een versnelling van 1,5 m/s². Als hij na 10 seconden een snelheid van 25 m/s bereikt, wat was dan zijn aanvankelijke snelheid?
32.
Een raket wordt gelanceerd met een versnelling van 20 m/s². Als hij na 4 seconden een snelheid van 80 m/s bereikt, hoe lang duurde het voordat hij vanuit rust werd gelanceerd?
33.
Een auto accelereert met een constante versnelling van 2 m/s². Als hij na 6 seconden een snelheid van 36 km/u bereikt, wat was dan zijn aanvankelijke snelheid?
34.
Een raceauto remt af met een versnelling van -4 m/s². Als hij aanvankelijk een snelheid had van 30 m/s, hoe lang duurt het voordat hij tot stilstand komt?
35.
Hoe noem je het begrip dat wanneer je heel hard remt, je van je stoel af schuift?