Crear juego
Jugar Froggy Jumps
1. Waar precies bevindt de bevruchting plaats? In welk orgaan?
A
Eierstokken
B
Eileider
C
Baarmoeder
2. Wat is een bevruchting?
A
Het vrijkomen van een rijpe eicel.
B
Het vrijkomen van een onrijpe eicel.
C
Het versmelten van een eicel met een zaadcel
3. Wanneer gebeurt de innesteling?
A
Juist voor de bevruchting.
B
Tijdens de bevruchting.
C
Na de bevruchting
4. Hoelang leeft een eicel?
A
3 dagen
B
1 dag
C
2 dagen
5. Hoelang leven de zaadcellen?
A
3 dagen
B
5 dagen
C
7 dagen
6. Waar worden de zaadcellen bewaard?
A
In de teelbal
B
In de bijbal
C
In de prostaatklier
7. Hoe groot is een eicel?
A
0,1mm
B
0,01mm
C
0,5mm