1
Stop eens met....Zeg maar hardop wat je bedoelt
2
proficiat
3
Dat kan ik je ... Daar mag je zeker van zijn
4
Op het strand... ,zo leuk.
5
Hoe kan je dat ... ?
6
Wie het afval wil.....,is heel goed bezig
7
Sluit de deur van de ijskast.Dan kan er niets....
8
Ik controleer het onmiddellijk
9
Je moet niet zo ... Blijf eens rustig
10
Als je appels ...., dan krijg je lekker sap.
11
Men moet het ijzer smeden als het .. is.