Crear actividad
Jugar Test
1. 
Bij zeer koud weer kan je best
A.
werken metcement dat niet te snel uithardt
B.
werken met cement met veel portlandklinker
C.
zo snel mogelijk doorwerken
D.
HSR cement
2. 
Voor welke weersomstandigheden geeft de grafiek in bijlage de beste cementkeuze weer (hoe donkerder - hoe geschikter)
A.
normale omstandigheden
B.
zeer koud weer
C.
zeer warm weer en droge wind
3. 
Water
A.
wordt gebruikt als binding voor beton
B.
gebruikt bij het bouwen met beton, kan holtes in het beton veroorzaken
C.
gaat een scheikundige reactie aan met cement waardoor cementsteen ontstaat
D.
voor de aanmaak van beton moet voldoende zouten bevatten
E.
voeg je best zo weinig mogelijk toe als je kunstige voorwerpen wil maken met beton
4. 
Welke uitspraken over hulpstoffen voor beton zijn correct?
A.
Bindingsversnellers (met chloor) kan je best altijd toevoegen
B.
bindingsvertragers bevatten meestal suikerderivaten
C.
Luchtbelvormers versterken het beton en verhogen de drukweerstand
D.
schuimvormende middelen verhogen de isolerende eigenschappen van het beton
E.
Viscositeitsmiddelen vertragen de verdichting van beton
F.
Meestal moeten hulpstoffen in grote hoeveelheden toegevoegd worden om het gewenste resultaat te bekomen
5. 
Beton en brand - welke uitspraken zijn correct?
A.
Gewoon beton weerstaat relatief goed aan brand
B.
Na een brand is een betonconstructie meestal niet te recupereren.
C.
Beton is een goede warmtegeleider. Bijgevolg dringt de hitte bij brand snel door tot in de kern van het beton en vandaaruit ontploft het beton.
D.
Bij een gewone brand wordt meestal alleen het oppervlak beschadigd.
6. 
Eigenschappen van beton in relatie tot gebruiksgemak. Welke uitspraken zijn correct?
A.
Hoe zwaarder het beton hoe slechter de geluidsisolatie.
B.
Beton absorbeert geluid slecht. De felle weerkaatsing van beton kan tot ongewenste effecten leiden.
C.
Thermische inertie slaat op de hoeveelheid warmte die beton kan stockeren.
D.
Hoe zwaarder het beton hoe beter het warmte geleidt.