Crear actividad
Crear actividad
Todas las actividades
Jugar Test
1. 
In onze streken maak je de bouwput voor de fundering van je huis best minstens 80cm diep. Waar of niet waar?
A.
Niet waar
B.
Waar
2. 
Er hoeft meestal geen ruimte te zijn tussen de wand van de bouwput en het op te trekken bouwwerk. Waar of niet waar?
A.
Waar
B.
Niet waar
3. 
In Vlaanderen zal men bij het uitgraven van de bouwput meestal gebruik maken van taluds omdat dit minder kost dan de installatie van een grondkering. Waar of niet waar?
A.
Waar
B.
Niet waar
4. 
Bekijk de film en beantwoord de vragen 4 en 5. Vraag 4. Hoe noem je het systeem waarmee je in een goed doorlaatbare grondsoort de grondwaterspiegel plaatselijk tijdelijk kan verlagen?
A.
bronbemaling
B.
open bemaling
C.
elektro-osmose
D.
bevriezingsmethode
5. 
Leg in eigen woorden het principe van bronbemaling uit. Je hoeft dit niet op te schrijven. Wanneer je klaar bent, klik je bij de antwoorden op fout. Dan kan je de feedback bekijken met een mogelijk antwoord. Heb je de belangrijkste zaken besproken?
A.
fout
B.
juist
6. 
Duid aan welke gevolgen de verlaging van het FO kan hebben.
A.
Bomen en gewassen lopen gevaar van verdroging.
B.
Er is een risico op verzakking van wegen en gebouwen in de buurt.
C.
de bouwput kan onder water lopen.
D.
De grondwaterstand zal permanent verlaagd worden.
7. 
Andere mogelijkheden om het waterprobleem op te lossen bij werken onder de grondwaterspiegel zijn:
A.
ektro-osmose = een techniek die gebruik maakt van elektrische spanningen in een vochtig of verzadigd grondpakket.
B.
bevriezingsmethode = rondom de bouwput worden dubbelwandige buizen in de grond gebracht waarvan de binnenbuizen aan een hoofdleiding gekoppeld in verbinding staan met een koelmachine. Zo wordt een afsluitende ijswand gevormd rond de bouwput.
C.
grondkering = steile wanden omheen de bouwput
D.
open bemaling = werken met ontwateringsleuven of greppels langs de rand van de bouwput die dieper zijn dan het niveau van de uitgraving zelf
8. 
Benoem in 1 woord wat je op de afbeelding ziet.
A.
bronbemaling
B.
open bemaling
C.
grondkering