Crear actividad
Jugar Completar frases
Wanneer men grond ophoopt , zal deze , afhankelijk van de grondsoort , steeds onder een bepaalde helling blijven staan . Wil men de grond een steilere helling geven , dan dient een ____________________ te worden aangebracht . De drukkracht , die in dit geval door de achterliggende grondmassa op de wand wordt uitgeoefend , noemt men de ____________________ ____________________ . Omgekeerd drukt de wand met dezelfde doch tegengesteld gerichte kracht tegen de grond terug , waardoor het naar beneden schuiven van de grond verhinderd wordt . De grootte van de gronddruk zal afhankelijk zijn van de ____________________ van de grond en het soortelijk gewicht . De
druk zal groter zijn naarmate de ____________________ ____________________ ____________________ is .
Wanneer men een put graaft in vaste ongeroerde grond , stelt men vast dat de opgegraven grond een ____________________ vertoont . Door het ontgraven van de grond wordt de structuur van de massa verbroken , waardoor een gewijzigde stapeling van de grondkorrels ontstaat of deze grond in kruimels uiteenvalt . Tussen de korrels zijn grotere holten ( ____________________ ) aanwezig , waardoor het volume is ____________________ en de grond een lossere ____________________ heeft ingenomen : deze toeneming van volume wordt ____________________ genoemd . De waarde van de volumevermeerdering van gronden hangt af van de ____________________ ; deze bedraagt bv .
- voor zware , vette ____________________ - of leemgrond : 25 - 30 %
- voor magere kleigrond : 20 - 25 %
- voor ____________________ : 10 - 13 %
Los opgeworpen grondophopingen bezitten - naast de in het oorspronkelijke materiaal aanwezige poriën - grote ____________________ , die in de loop van de tijd ____________________ worden door het eigen ____________________ , de ____________________ van de bovenliggende grondlagen , atmosferische invloeden ( ____________________ ) , en verkeer . Hierdoor zal de grond ____________________ . Het ophogingmateriaal wordt dichter bijeengepakt , wat ____________________ wordt genoemd . De mate van inklinken hangt af van de ____________________ . Wanneer men dus een ophoging wenst uit te voeren , zal men aan de uitgespreide grond altijd een zekere ____________________ moeten geven , zodat na inklinking ( na verloop van een bepaalde tijd ) de gewenste ophoging bekomen wordt .
Zettingen zijn ____________________ ____________________ van de grond te wijten aan wijzigingen in de verticale effectieve spanningen . Deze kunnen het gevolg zijn van belastingen of een daling van de grondwaterdruk . Hierdoor ontstaat er een ____________________ tussen de plaats waar de belasting zich voordoet en de wijdere omgeving waar de oorspronkelijke toestand ____________________ is gebleven .
Men zal moeten nagaan of er ____________________ ____________________ zouden kunnen optreden . Dit zijn ongelijke zettingen in de grond onder ____________________ bouwwerk . Zolang zettingen niet te groot zijn en gelijkmatig optreden is er geen ____________________ . Maar ongelijkmatige zettingen kunnen aanleiding geven tot ____________________ en zelfs verlies van ____________________