ZET
OM
IN
VERLEDEN
TIJD
In
de
vakantie
speel
ik
's
morgens
op
het
strand
van
Nieuwpoort
.
In
de
vakantie
____________________
ik
's
morgens
op
het
strand
van
Nieuwpoort
.
Een
politieman
redt
een
drenkeling
.
Een
politieman
____________________
een
drenkeling
.
Schudt
jij
de
handen
van
een
Belgische
auteur
?
____________________
jij
de
handen
van
een
Belgische
auteur
?
Mijn
opa
praat
over
zijn
operatie
.
Mijn
opa
____________________
over
zijn
operatie
.
In
Oost
-
Vlaanderen
brandt
een
kledingzaak
uit
.
In
Oost
-
Vlaanderen
____________________
een
kledingzaak
uit
.
De
atleet
start
te
vlug
.
De
atleet
____________________
te
vlug
.
Ik
verwacht
van
hem
een
topprestatie
.
Ik
____________________
van
hem
een
topprestatie
.
De
stormvloed
verwoest
veel
huizen
.
De
stormvloed
____________________
veel
huizen
.