Crear juego
Jugar Ordenar Palabras
1.
Ik het mee regent paraplu mijn neem want.
2.
heeft hij en heeft een zus 2 broers Benjamin.
3.
een geen televisie ik, maar heb computer Ik heb.
4.
op koud want het is, Pavel zet heel muts zijn.
5.
fiets gaan gaan voet met of we te de We.
6.
is boeken er zwaar, dikke zitten in Onze boekentas want.
7.
een wafel Eten jullie jullie een ijsje eten of?
8.
Je spreekt spreekt je Engels en Frans.
9.
hij niet leest detectives, graag historische graag maar Mehmet leest boeken.
10.
ze een veel, heeft want Lisa studeert examen morgen.
11.
Timo op zondag Daniel sporten zaterdag op ze en en studeren.