Crear juego
Jugar Test
1. 
Met al die krijsende kinderen was het een ... van jewelste.
A.
geluid
B.
geroezemoes
C.
herrie
2. 
Je hoeft niet zo te ..., ik hoor je wel!
A.
zeggen
B.
schreeuwen
C.
roepen
3. 
De moeder ... haar baby zachtjes heen en weer.
A.
trilde
B.
schudde
C.
wiegde
4. 
Hij probeerde zijn woede te verbergen, maar zijn tanden ... .
A.
knarsten
B.
piepten
C.
ritselden
5. 
Ik viel in slaap van het rustige ... van de airconditioner.
A.
gezoem
B.
gepiep
C.
geraas
6. 
Er klonk een ... uit het geweer.
A.
knal
B.
explosie
C.
uitbarsting
7. 
In paniek ... hij nogmaals op de deur.
A.
sloeg
B.
klopte
C.
bonkte
8. 
Ik moest een pijnstiller nemen, de pijn was ... .
A.
erg
B.
onverdraaglijk
C.
behoorlijk
9. 
Ze zat nog een beetje na te ..., maar het ergste was voorbij.
A.
huilen
B.
snikken
C.
krijsen
10. 
De muziek stond wel ..., maar toch kon ik alles prima verstaan.
A.
keihard
B.
hard
C.
oorverdovend
11. 
Haar ... hoorden we zelfs in de ruimte ernaast!
A.
glimlach
B.
schaterlach
C.
lach
12. 
Ik hou van het ... van de regen op het dak.
A.
getik
B.
gespat
C.
geraas