Inicia sesión
Crear actividad
Tipos de actividades
Centro de ayuda
Introduce tu Game Pin
Blog
Premium
English
Español
Français
Crear actividad
Inicia sesión
Todas las actividades
Jugar Test
Imprimir Test
De werkwoordspelling
Auteur :
Niels De Kerf
1.
De directeur ... (beantwoorden - verleden tijd) de mail van de studenten zo spoedig mogelijk.
2.
Mijn moeder ... (worden - tegenwoordige tijd) maandag 50 jaar oud.
3.
Hij ... (denken - verleden tijd) me gezien te hebben in het restaurant.
4.
... (vinden - tegenwoordige tijd) je mijn autosleutels niet meer?
5.
We worden ... (vergezellen - voltooid deelwoord) door de bewoners van het rusthuis.
6.
... (werken - tegenwoordige tijd) eens wat harder!
7.
Hij heeft jarenlang in de straten van Londen ... (rondzwerven - voltooid deelwoord).
8.
De ... (vergroten - voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord) ramen laten veel meer licht binnen in huis.
A.
vergrootte
B.
vergrote
C.
vergrootten
D.
vergroten
9.
Het ... (redden - voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord) zeehondje was helemaal uitgedroogd.
A.
gered
B.
gerede
C.
geredde
D.
geredt
10.
Hij liep al ... (fluiten - onvoltooid deelwoord) door de stad heen.
A.
fluitent
B.
fluitend
11.
Vroeger werden documenten en brieven meer ... (faxen - voltooid deelwoord).
12.
Hij ... (updaten - tegenwoordige tijd) zijn computer regelmatig.
13.
Gisteren hebben we ... (barbecueën - voltooid deelwoord) voor de hele familie.
14.
Hij ... (skiën - verleden tijd) van een enorme berg naar beneden.
15.
Hij ... (sms'en - verleden tijd) achter het stuur en bracht het verkeer in gevaar.