Ik
ben
____________________
jas
thuis
vergeten
.
(
>
de
jas
van
mij
)
Weten
____________________
vrienden
hier
eigenlijk
wel
van
?
(
>
de
vrienden
van
jou
)
Ik
vind
____________________
huis
niet
erg
gezellig
.
(
>
het
huis
van
ons
)
Als
je
nou
eindelijk
eens
____________________
mond
dichthoudt
!
(
>
de
mond
van
jou
)
Ik
heb
____________________
vriend
nooit
gemogen
.
(
>
de
vriend
van
jou
)
Hij
heeft
____________________
jas
naar
de
garderobe
gebracht
.
(
>
de
jas
van
u
)
____________________
moeder
komt
vanavond
ook
.
(
>
de
moeder
van
mij
)
Ik
heb
____________________
broer
ook
uitgenodigd
.
(
>
de
broer
van
jou
)
Weet
jij
welke
vragen
hij
op
____________________
tentamen
stelt
?
(
>
het
tentamen
van
ons
)