de wetenschap die ons iets meer leert over de toekomst.
B.
de wetenschap van de dinosaurussen.
C.
de wetenschap die ons iets meer leert over de geschiedenis door vondsten te bestuderen.
3.
Niet zo heel erg betrouwbare bronnen uit de geschiedenis zijn …
A.
verhalen en legendes.
B.
dagboeken.
C.
tekeningen en brieven.
4.
Welke van deze beweringen is een mening?
A.
Ik eet bij oma spaghetti.
B.
Oma heeft alweer superlekkere spaghetti gemaakt.
C.
Vorige week zaterdag heb ik spaghetti gegeten bij oma.
5.
Welke van deze beweringen is een feit?
A.
Onze buurvrouw is echt een waanzinnig toffe madam, want elke woensdagmiddag mogen we er gebakjes gaan eten.
B.
Er wordt gebeld aan onze voordeur. Het is Nathalie, de buurvrouw. Daar staat ze weer met haar gebakjes. Het is elke week hetzelfde liedje. Ik lust die gebakjes echt niet.
C.
Nathalie, onze buurvrouw, heeft gebakjes voor ons gemaakt.
