Crear actividad
Jugar Test
1. 
Wat is het werkwoord in de volgende zin: De grote hond eet zijn brokjes op.
2. 
Wat is het werkwoord in de volgende zin: Wij fietsen elke dag naar school.
3. 
Wat is het werkwoord in de volgende zin: Ik maak elke avond mijn huiswerk.
4. 
Welk leesteken hoort bij deze zin: Stop
A.
?
B.
.
C.
!
5. 
Welk leesteken hoort bij deze zin: Wat doe je daar
A.
!
B.
.
C.
?