Inicia sesión
Crear actividad
Tipos de actividades
Centro de ayuda
Introduce tu Game Pin
Blog
Premium
English
Español
Français
Crear actividad
Inicia sesión
Todas las actividades
Jugar Froggy Jumps
Imprimir Froggy Jumps
Spelling
Auteur :
Bianca Handgraaf
1.
Je zus (vinden) hem erg vervelend.
A
vind
B
vindt
C
vint
2.
Dat (gebeuren) je moeder nou nooit.
A
gebeurt
B
gebeurdt
C
gebeurd
3.
Hij (wapperen) steeds met die Ajaxvlag.
A
wappert
B
wapperdt
C
wapperd
4.
Hij heeft die koffie (malen).
A
gemaald
B
gemalen
C
gemaalt
5.
Dat hebben wij niet (aanrade)
A
aangeraad
B
aangeraden
C
aangeraadt
6.
Wij (zullen) gisteren vroeg naar huis gaan.
A
waren
B
zouden
C
zullen
7.
Gisteren is er hier vlakbij een ongeluk (gebeuren)
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
8.
Dat schip is in de haven (stranden).
A
gestrandt
B
gestrant
C
gestrand
9.
Waar (bevinden) jouw huis zich?
A
bevind
B
bevint
C
bevindt
10.
Wij (raden-vt) het antwoord niet.
A
raadden
B
raadde
C
raden