Mij neem je het best in je ene hand en telkens als je één bolletje in je hand verschuift, bid je een Weesgegroet. Na 10 bolletjes bid je het Onzevader.
A.
Rozenkrans
B.
Icoon
C.
Wierook
D.
Gebedenboek
2.
Ik ben een houten plank. Het geschilderde beeld van Jezus, Maria, een heilige of een feest in de kerk vind je terug op mijn flank. Veel mensen kijken naar mij als ze bidden.
A.
Rozenkrans
B.
Gebedenboek
C.
Icoon
D.
Wierook
3.
Wij zijn boekjes vol gebeden. Als iemand wil bidden en hij of zij vindt de juiste woorden niet, dan zijn wij daar om te helpen.
A.
Wierook
B.
Gebedenboek
C.
Meditatiedoek
D.
Icoon
4.
Ik ben een lap stof, maar van een bijzondere soort. Men heeft mij beschilderd.
A.
Meditaitdoek
B.
Wierook
C.
Gebedenboek
D.
Icoon
5.
De joden trekken me aan wanner ze bidden. Ze kunnen dan makkelijker denken aan wat God voor hen heeft gedaan.
A.
Icoon
B.
Gebedssoer en gebedsriem
C.
Wierook
D.
Meditatiedoek
6.
In de kerk word ik gebruikt tijdens een aantal vieringen. Als rook kom ik uit een mooi vat, recht naar de hemel. Lekker ruiken doe ik ook.