Inicia sesión
Crear actividad
Tipos de actividades
Centro de ayuda
Introduce tu Game Pin
Blog
Premium
English
Español
Français
Crear actividad
Inicia sesión
Todas las actividades
Jugar Test
Imprimir Test
quiz wiskunde
Auteur :
Victor Lenaerts
1.
Welke uitspraak is correct?
A.
(a - b)² = (a - b)(a + b)
B.
(a - b)² = (b - a)²
C.
a² + b² = (a + b)(a - b)
D.
(b - a)(b - a) = - (a - b)²
2.
(2x - 3)²=
A.
(2x + 3)(2x + 3)
B.
4x² - 12x + 9
C.
4x² + 12x - 9
D.
4x² + 9
3.
De rechte y = ax + b zal de x-as in precies één punt snijden als
A.
a ≠ 0
B.
b ≠ 0
C.
b = 0
D.
a ≠ b
4.
( -a + 6 )2 is gelijk aan
A.
a2 + 36
B.
-a2 + 62
C.
a2 - 6a + 36
D.
a2 - 12a + 36
5.
Als je het product ( a + b + c )(b + c + d ) uitrekent én vereenvoudigt (herleidt), hoeveel termen verkrijg je dan?
A.
6
B.
7
C.
8
D.
9