Crear actividad
Jugar Completar texto
Schepping van den ____________________

Dit zijn de geboorten des hemels en der aarde , als zij geschapen werden ; ten dage als de Heere God de ____________________ en den ____________________ maakte .

En allen struik des velds , eer hij in de aarde was , en al het kruid des velds , eer het uitsproot ; want de Heere God had niet doen regenen op de aarde , en er was geen mens geweest , om den ____________________ te bouwen .
Maar een damp was opgegaan uit de aarde , en bevochtigde den gansen aardbodem .
. En de Heere God had den mens geformeerd uit het ____________________ der ____________________ , en in zijn neusgaten geblazen den ____________________ des levens ; alzo werd de mens tot een levende ziel .

Ook had de Heere God een hof geplant in ____________________ , tegen het oosten , en Hij stelde aldaar den ____________________ , dien Hij geformeerd had .

En de Heere God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten , begeerlijk voor het gezicht , en goed tot spijze ; en den ____________________ des levens in het midden van den hof , en de boom der ____________________ des ____________________ en des ____________________ .
En een rivier was voortgaande uit ____________________ , om dezen hof te bewateren ; en werd van daar verdeeld , en werd tot vier hoofden .
De naam der eerste rivier is ____________________ ; deze is het , die het ganse land van Havila omloopt , waar het ____________________ is .
En het goud van dit land is goed ; daar is ook bedolah , en de steen sardonix .

En de naam der tweede rivier is ____________________ ; deze is het , die het ganse land Cusch omloopt .

En de naam der ____________________ ____________________ is Hiddekel ; deze is gaande naar het oosten van Assur . En de vierde rivier is ____________________ .
Zo nam de Heere God den mens , en zette hem in den ____________________ ____________________ ____________________ , om dien te bouwen , en dien te bewaren .
En de Heere God gebood den mens , zeggende : Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten ;
Maar van den ____________________ der ____________________ des ____________________ en des ____________________ , daarvan zult gij ____________________ eten ; want ten dage , als gij daarvan eet , zult gij den dood sterven .
Ook had de Heere God gesproken : Het is niet goed , dat de mens alleen zij ; Ik zal hem een ____________________ maken , die als tegen hem over zij .

Want als de Heere God uit de aarde al het gedierte des velds , en al het gevogelte des hemels gemaakt had , zo bracht Hij die tot ____________________ , om te zien , hoe hij ze noemen zou ; en zo als Adam alle levende ziel noemen zoude , dat zou haar naam zijn .

Zo had Adam genoemd de namen van al het ____________________ , en van het ____________________ des hemels , en van al het gedierte des velds ; maar voor den mens vond hij geen hulpe , die als tegen hem over ware .
Toen deed de Heere God een diepen ____________________ op Adam vallen , en hij sliep ; en Hij nam een van zijn ____________________ , en sloot derzelver plaats toe met vlees .

En de Heere God bouwde de ribbe , die Hij van Adam genomen had , tot een vrouw , en Hij bracht haar tot ____________________ .

Toen zeide Adam : Deze is ditmaal been van mijn benen , en vlees van mijn vlees ! Men zal haar ____________________ heten , omdat zij uit den man genomen is .
Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten , en zijn vrouw aankleven ; en zij zullen tot een vlees zijn .
En zij waren beiden ____________________ , Adam en zijn vrouw ; en zij ____________________ zich niet .