Crear actividad
Jugar Test
1. 
Geef 3 afspraken in het verkeer voor een voetganger.
A.
Een fluovestje aandoen.
B.
Steeds aan de kant van de huizenrij stappen.
C.
Als er een zebrapad is binnen de 30 meter moet je daar oversteken.
2. 
Geef 3 afspraken in het verkeer voor een fietser.
A.
Een fietser draagt altijd een fietshelm.
B.
Tot 9 jaar mag je met de fiets op de stoep rijden.
C.
Een fluovestje aandoen.
D.
De fietser rijdt links van de baan.
3. 
Wat is carpooling?
A.
Samen rijden, om op enkele vlakken te besparen.
B.
Met zoveel mogelijk auto's rijden.
C.
Iedere gezinslid gaat met zijn eigen auto.
4. 
Wat zijn de voordelen van capooling?
A.
Minder kosten
B.
Minder vervuiling
C.
Minder drukte op de baan
D.
Meer auto's op de baan
5. 
Geef 3 afspraken in het verkeer voor een passagier.
A.
De bestuurder niet lastig vallen
B.
Tijdens de rit rustig blijven.
C.
Een fluovestje aandoen.
D.
Opletten wanneer je uitstapt uit de auto en kijken of er iets afkomt.