Als
er
dieven
in
mijn
huis
zitten
bel
ik
de
____________________
.
Mijn
mama
is
____________________
,
zij
kan
heel
goed
zingen
.
Op
school
krijg
ik
les
van
een
____________________
.
Mijn
nonkel
kan
heel
lekker
koken
,
hij
is
da
ook
een
____________________
.
Als
mijn
huisdier
ziek
is
gaan
we
naar
de
____________________
.