Over welke soort werkloosheid spreken we in volgende situatie ? Maxim is net afgestudeerd en is op zoek naar werk. Dit kost even tijd voor hij werk zal vinden.
A.
frictionele werkloosheid
B.
conjuncturele werkloosheid
C.
structurele werkloosheid
2.
Hoe bereken je de werkloosheidsgraad?
A.
(werklozen) / (beroepsbevolking)
B.
(werklozen) / (bevolking op arbeidsleeftijd)
C.
(werklozen) / (totale bevolking)
3.
Wat is een knelpuntberoep ?
A.
Een moeilijk beroep
B.
Vraag naar arbeid > aanbod van arbeid
C.
Een job die iedereen wilt
4.
Wanneer spreken we van een kwantitatief tekort aan arbeidskrachten?
A.
Er is een tekort aan vakbekwame mensen
B.
Er wordt een laag loon betaald
C.
Het beroep wordt niet meer aangeleerd
5.
Wat is de Lissabondoelstelling?
A.
Een doelstelling om tegen 2013 70% van de totale bevolking op arbeidsleeftijd aan het werk te zetten.
B.
Een doelstelling om tegen 2010 75% van de beroepsbevolking aan het werk te krijgen.
C.
Een doelstelling om tegen 2010 70% van de totale bevolking op arbeidsleeftijd aan het werk te krijgen.
