j'ai acheté
zij heeft gekeken
ils ont nagé
ik heb gekocht
elle a regardé
ils ont fait
jij hebt gedaan
tu as eu
nous avons eu
jullie hebben gegeten
j'ai fait
wij hebben geluisterd
vous avez mangé
zij hebben gezwommen
nous avons écouté
ik heb gedaan
jij hebt gehad
tu as fait
zij is gegaan
elle est allée
jullie hebben gevraagd
vous avez demandé
zij hebben gedaan
wij hebben gehad