laver
de deur
la table
la maison
la porte
het raam
il/elle s'appele
je ne sais pas
het bed
zich wassen
de tafel
l'armoire
le lit
hij/zij heet
het huis
ik weet het niet
zijn haar
le bureau
wassen
de kast
de werkkamer, bureau
son sa ses
se laver
la fenêtre