1
Het is rood en heeft witte stippen.
2
Roodkapje ging naar....
3
Een plaats waar er allemaal dieren zitten.
4
Het zwemt in een kom.
5
Het is een doos en het maakt geluid.
6
Als je je arm hebt gebroken moet je naar het ....
7
De postbode heeft het nodig om zijn brieven in te steken.
8
Je neemt het mee naar school om je boeken in te steken.
9
Piraten zijn op zoek naar ...
11
Het is klein en zwart en heeft 8 poten.
12
De dieven plegen een....