Crear actividad
Jugar Relacionar Grupos
1. Herfst
2. Lente
3. Zomer
4. Winter

De bladeren van de bomen vallen op de grond.

Halloween valt tijdens dit seizoen.

Je hebt geen jas meer nodig als je buiten komt.

In mei leggen alle vogels een ei.

Er is veel regen tijdens dit seizoen.

Kerstmis valt tijdens dit seizoen.

Na een koude periode komt er terug wat warmte.

De grote vakantie is begonnen.

Begint in de maand september.

Het kan heel warm worden.

Het nieuwe jaar begint tijdens dit seizoen.

Begint in de maand juni.

Er zijn veel bloemen tijdens dit seizoen en ook de insecten verschijnen terug.

Er kan sneeuw vallen in dit seizoen.

Begint in de maand maart.

Begint in de maand december.