-
De Romeinen spraken Latijns.
Relacionar GruposWeet jij wat de Latijnse woorden betekenen?
-
Brandaan, groep 5, thema 1
CrucigramaMaak het kruiswoordraadsel.
-
Woordenschat thema2, les 1 & 2
CrucigramaToets: Vul de woorden in. Bij zes woorden hoort een lidwoord. Schrijf deze woorden met het bijbehorende lidwoord, onder de puzzel.
-
Woordenschat thema 2
Sopa de letrasZoek alle woorden.
-
Woordenschat thema 2, les 6
Ordenar PalabrasZet de woorden in de juiste volgorde.
-
DVS, groep 5, thema 1
CrucigramaWoordenschat thema 1
-
Meander groep 5, thema 1
CrucigramaKen jij de begrippen bij thema 1?
-
Taal Actief groep 5 thema 9
Relacionar GruposWelk zelfstandig naamwoord en werkwoord horen bij elkaar?
-
Taal Actief groep 5 thema 9
Ordenar PalabrasZet de zin in de goede volgorde.
-
Taal Actief groep 5 thema 9
CrucigramaVul de woorden in.
-
Taal Actief groep 5 thema 8
Ordenar PalabrasZet de woorden in de goede volgorde.
-
Taal Actief groep 5 thema 8
CrucigramaVul de woorden in!
-
Taal Actief groep 5 thema 7
Ordenar PalabrasZet de woorden in de goede volgorge.
-
Taal Actief groep 5 thema 7
Relacionar GruposZoek het woord en het verkleinwoord bij elkaar.
-
Taal Actief groep 5 thema 7
Relacionar GruposZoek de tegenstellingen.
-
Taal Actief groep 5 thema 6
Ordenar PalabrasZet jij de woorden in de goede volgorde?
-
Taal Actief groep 5 thema 6
Completar frasesVul de ontbrekende woorden in.
-
Taal Actief groep 5 thema 5
Ordenar PalabrasEen in-de-war-zin.
-
Taal Actief groep 5 thema 5
Relacionar GruposDe trappen van vergelijking. Er horen steeds drie woorden bij elkaar (groot-groter-grootst).
-
Taal Actief groep 5 thema 4
Ordenar PalabrasZet de woorden in de goede volgorde. Maak een goede zin.
-
Taal Actief groep 5 thema 4
CrucigramaLos jij dit kruiswoordraadsel op?
-
Taal Actief groep 5 thema 4
Ordenar PalabrasZet de zin in de juiste volgorde.
-
Taal Actief groep 5 thema 3
Completar frasesMaak de tekst compleet, vul de voorzetsels in.
-
Taal Actief groep 5 thema 3
Relacionar GruposDe trappen van vergelijking. Voorbeeld: groot-groter-grootst. Er horen steeds drie woorden bij elkaar. Vind jij ze allemaal?
-
Taal Actief groep 5 thema 3
Ordenar PalabrasEen in-de-war-zin. Zet jij de woorden in de juiste volgorde?
-
Taal Actief groep 5 thema 2
Ordenar PalabrasEen in-de-war-zin. Zet jij hem in de goede volgorde.
-
Taal Actief groep 5 thema 2
Completar frasesVul het juiste voorzetsel in.
-
Taal Actief groep 5 thema 2
Relacionar GruposZoek de woorden en betekenissen bij elkaar
-
Naut groep 5, thema 2
CrucigramaDit heb ik nodig om van te leven. Welk dier ben ik?
-
Naut groep 5, thema 3
Relacionar GruposSpel bij Naut groep 5, thema 3
-
Naut groep 5 thema 1
TestWie heeft wat?
-
Taal Actief Thema 1
Relacionar GruposTaal Actief Thema 1
-
Taal Actief groep 5 thema 1
Completar frasesSpel bij les 1
-
Taal Actief groep 5 thema 1
Ordenar PalabrasEen in-de-war-zin. Zet de woorden in de goede volgorde, zodat de zin klopt.
-
Woordenschat groep 5 thema 1, les 1 en 2
CrucigramaEen kruiswoordraadsel thema 1, les 1 en 2.
-
TA_groep 7_woordenschat 10.4
Ordenar LetrasSpel dat aansluit bij de les woordenschat van Taal Actief, groep 7, thema 10 les 5.
-
TA_groep 7_woordenschat 10.3
CrucigramaWoordenschatpuzzel bij les 10.3 van de methode Taal Actief voor groep 7.
-
Kruiswoordraadsel om de woorden en betekenissen van woordenschat thema 9 les 6 uit Taal Actief groep 5 te oefenen.
-
TA_groep 5_ spelling_les 9.3
Relacionar GruposSpel bij de derde les van thema 9. Je leert woorden te schrijven waarbij sprake is van verbuiging met verdubbeling van de medeklinker correct schrijven.
-
TA_groep 8_taal 8.3
TestSpel bij de methode Taal Actief. Groep 8 thema 8 les 3. Doel: de kinderen kunnen de nuanceverschillen tussen woorden hanteren.
-
TA_groep 8_taal 7.13
TestSpel bij de methode Taal Actief. Groep 8 thema 7 les 13. Doel: De kinderen kennen de functie van een apostrof, deelteken of trema en kunnen deze in een zin toepassen.
-
TA_groep 5_woordenschat 9.3
Relacionar GruposSpel bij de methode Taal Actief. Groep 5 thema 9 les 3.