Crear actividad
Jugar Test
1. 
Een opbrengst is het geld dat je ontvangt met de verkoop van goederen.
A.
juist
B.
fout
2. 
De Takeaway.com-app levert een dienst.
A.
juist
B.
fout
3. 
Het geld dat je moet betalen om goederen te produceren is de .... .
A.
dienst
B.
opbrengst
C.
kost
D.
winst
4. 
Omzet betekent ... .
A.
het totaalbedrag van de verkopen
B.
de winst
C.
de wedde van het personeel
D.
het aantal producten dat je verkoopt
5. 
Er is sprake van winst als de kosten groter zijn dan de opbrengsten.
A.
juist
B.
fout
6. 
Welke kosten horen bij het uitbaten van een dierenhotel? (2 vakjes aanduiden)
A.
verkoop van verzorgingsproducten
B.
de huur van het handelspand
C.
verkoop van dierenvoeding
D.
ontwerpen van een website
7. 
Welke opbrengst kan een dierenhotel hebben?
A.
aankoop van hokken voor dieren
B.
elektriciteit, water en gas
C.
verkoopfactuur voor het verblijf van dieren
D.
verzorging van de dieren (bv. medicijnen)
8. 
Een onderneming lijdt verlies wanneer de opbrengsten kleiner zijn dan de kosten.
A.
juist
B.
fout