1
Dit maak je, zodat studenten weten wat ze kunnen verwachten tijdens een onderwijseenheid. Hierin benoem je onder andere de studiebelasting, de onderwerpen en de toetsvorm van een onderwijseenheid.
2
Het vermogen om bekwaam te handelen in relevante beroepscontexten. Je kunt ze onderverdelen in kwaliteiten, houdingen, vaardigheden en kennis.
3
De beschrijving van onderdelen van een competentie. Ze kunnen op drie niveaus worden geformuleerd.
4
Als je hier geen rekening mee houdt tijdens het ontwerpen van onderwijs, kan de opleiding in problemen komen met de organisatie en/of de overheid.
5
Een heldere opbouw van activiteiten in een bepaald leergebied. Denk aan het verdelen van activiteiten onder kennis en vaardigheden die studenten binnen een opleiding moeten leren.
6
Hierin beschrijf je kort de inhoud van de lessen en lesdoelen en geef je aan hoe studenten zich kunnen voorbereiden op een les.
7
Datgene wat een opleiding wil uitdragen naar buiten. Het geeft antwoord op vragen over de zingeving, de kernactiviteiten en de doelgroep.
8
Hierin beschrijf je onder andere hoe er aan de missie wordt gewerkt. Het geeft een kader waaruit je kan afleiden hoe bepaalde activiteiten moeten worden uitgevoerd.
9
Hierdoor weten je studenten waaraan ze toe zijn en kunnen ze hun aandacht bij het onderwerp houden. Als dit mist kunnen studenten hun motivatie verliezen.