Icon Crear Crear
Jugar Test
  • 1. 
    Arrhenius noemde een zuur een...
    A.
    H+ donor
    B.
    OH- donor
    C.
    H- donor
    D.
    OH+ donor
    2. 
    Arrhenius noemde een base een...
    A.
    H+ donor
    B.
    OH- donor
    C.
    OH+ donor
    D.
    H- donor
    3. 
    Omdat watermoleculen bijna niet ioniseren, is water...
    A.
    een zeer sterk elektrolyt
    B.
    een zeer zwak elektrolyt
    C.
    geen elektrolyt
    4. 
    Als in een oplossing blauwe lakmoes blauw blijft en rode lakmoes blauw wordt, is de oplossing...
    A.
    neutraal
    B.
    zuur
    C.
    basisch
    5. 
    Als de pH van een oplossing 14 bedraagt, is de oplossing...
    A.
    zuur
    B.
    basisch
    C.
    neutraal
    6. 
    De pH van een neutrale oplossing is...
    A.
    = 7
    B.
    < 7
    C.
    > 7
    D.
    = 0
    7. 
    Oplossingen die sterk zuur of sterk basisch zijn, zijn...
    A.
    op lange termijn schadelijk voor de gezondheid
    B.
    giftig
    C.
    explosief
    D.
    bijtend
    8. 
    Een kleurstof waarmee je zure en basische oplossingen kan onderscheiden, heet een...
    A.
    katalysator
    B.
    imitator
    C.
    observator
    D.
    indicator
    9. 
    In een zure oplossing...
    A.
    blijft rode lakmoes rood en wordt blauwe lakmoes rood.
    B.
    wordt rode lakmoes blauw en blijft blauwe lakmoes blauw.
    C.
    blijft rode lakmoes rood en blijft blauwe lakmoes blauw.
    10. 
    Augurken worden bewaard op azijn omdat...
    A.
    rottingsbacteriën goed overleven in een zuur midden.
    B.
    rottingsbacteriën slecht tot niet overleven in een zuur midden.
    C.
    sommige mensen dat lekker vinden. Bacteriën hebben er niets mee te maken.